week 7

Aaron brengt een uil mee met heel kleine vlakjes, zoals een mandalatekening, om in te kleuren. Hij wil ze verder afwerken tijdens het hoekenwerk. Heel wat andere kleuters willen dat ook doen. We vinden een leuke uil die lijkt op die van Aaron waarmee ze aan de slag kunnen. Het is fijn werken, en het vraagt wat concentratie, maar we merken dat als we ons best doen, we een heel mooi resultaat krijgen. 

Jules stelt een spel voor van een emmer die balletjes uitspuwt. Je moet erachter lopen en de balletjes met een schepje oprapen en terug in de emmer doen. Snel zijn is de boodschap.

Aan de tekentafel wordt nog getekend, maar dan een aap-me-na tekening.

1 kleuter tekent iets en de andere kleuter tekent het zo precies mogelijk na

Celle tekent een monster en een bang spookje, Rune is de na-aper.

Myrthe maakt een tekening van het weer, Enji is na-aper.

We gaan verder met de gevoelens. Ik lees een verhaal over kikker. Ik vertel de titel niet op voorhand. De kleuters mogen na het verhaal proberen aanvullen. Kikker is... blij? bang? boos? verdrietig? 

 De kleuters merken op dat er verschillende gevoelens voorkomen in het verhaal. Ze beelden de gevoelens die ze hoorden uit:
BOOS

 BLIJ

 VERDRIETIG

 BANG

VERLIEFD

We trainen vandaag  niet alleen onze fijne motoriek. Maandagnamiddag komt Sabrina, de yogajuf van Myrthe, een les wobbelyoga geven. Alle kleuters waren dolenthousiast!

 We werken nog eens aan vrije teksten deze week, daarbij gebruiken we de gelli-plates:

We gaan op buurtwandeling, aanvankelijk om te kijken of de natuur al veranderd is tov enkele weken geleden.

 We zien nog steeds heel wat groene bomen.

Onze aandacht wordt al snel door enkele andere dingen getrokken. We zien zakken staan op straat. Allemaal blauwe zakken. Wat doen die zakken daar?
Die zijn voor de vuilkar, weten heel wat kleuters.
Wat zit er in de blauwe zak?
Plastic flessen, weet Gil.
En melkdozen, (brikken) zegt Casper 
glazen flessen, denken Oscar en Rune.
We kijken eens goed in één van de zakken. We zien blikjes, plastic flessen en brikken.

Er zijn ook soms gele zakken, zegt Casper. Wat mag daar dan in? Dat weten de kleuters niet zo goed. We gaan hier verder op door.

 We zien een bord met een hert op. Wat zou dat betekenen? Dat hier herten zitten, denken heel wat kleuters. Ja, en ze kunnen oversteken, weten een paar oudste kleuters.
Dat zouden de kleuters wel eens willen zien. We wachten even geduldig en maken het stil, maar we hebben geen geluk. Geen herten te zien.

 Enkele meters verder zien we 3 andere verkeersborden. 
Die hond wil zeggen dat ze aan de leiband moeten! 
En het onderste bord is iets dat begint met de M, net zoals mijn naam, weet Myrthe. 
Dat klopt, hier begint Mespelare. Dit is een bord dat vertelt in welk dorp je bent. En dat bord met die bomen? Dat kennen de kleuters niet. Het heeft ook iets met afval te maken, vertel ik hen. 

 We horen in de verte een dier roepen. Enkele kleuters schrikken. Wat was dat? We horen het daarna nog enkele keren. Dat is een koe die roept. denkt Rune. We zoeken op de gsm het geluid van koeien op, het blijkt een stier te zijn. 
Waarom zou die stier zo roepen? Zou hij, net zoals we vorige week begonnen te onderzoeken, praten met andere dieren? Roept hij om hulp? De kleuters denken het wel. 
Enkele kleuters houden spontaan hun oren dicht als ze de roep van de stier horen. Aaron, Yuna, Ouneyssa en Enji vinden het een beetje griezelig klinken. We zien op achter een smal padje een grote weide. We gaan kijken of de stier(en) daar zitten. Niets te zien, of geen dieren althans.

 We weten nu al dat dieren met elkaar kunnen praten door onder andere te roepen naar elkaar. maar hoe klinkt het ook alweer bij verschillende dieren. We doen een luisterspel met dierengeluiden. De kleuters herkennen snel de kip, katjes, de hond, een paard. De geluiden van de koe en het schaap lijken een klein beetje op elkaar, en zijn niet zo makkelijk uit elkaar te halen.

Onze stamtaak is de moestuin. We trekken blaadjes munt en werken aan het insectenhotel.

Met de muntblaadjes maken we thee.

We kijken naar een kort filmpje over dieren die met elkaar kunnen praten voor ons onderzoek. Daarna doen we een kleine quiz om te zien wat we er al over weten.

-> Wist je dat: haringen praten met elkaar door protjes te laten? Ze waarschuwen elkaar met geur. Hihi, dat is wel grappig.

Met de dopjes die Victor meebracht oefenen we wiskundige begrippen zoals meer, minder, even veel, meeste, minste, we verdelen in gelijke en ongelijke groepjes en oefenen onze telrij.

We luisteren naar Maytés liedjesboek over de letters. Ze laat ons het lied horen van de letter A.

Idee van de week komt van Mari. Ze maakt dieren met herfstblaadjes.

We doen een dramaoefening rond de gevoelens. We beelden uit en verzinnen korte situaties waarbij de gevoelens boos, bang, blij en verdrietig aan bod komen.