Ons lichaam en wat er in zit.

De kleuters brengen deze week gerief mee rond ons project over het lichaam.

Nel heeft een foto mee, maar niet zomaar een foto. Het is een foto van de botten van mama haar nek en schouder. 

Zo'n foto noemen we een röntgenfoto. 

Die fossielen zitten in onze lichamen, zegt Ward. Dat klopt niet helemaal, maar we begrijpen hem natuurlijk wel. :) 

We grijpen even terug naar ons onderzoekje van vorig jaar over fossielen. Enkele kleuters weten nog dat fossielen erg oude overblijfselen zijn die versteend zijn. 

Throwback (dat woord heb ik altijd al eens willen gebruiken) naar het onderzoekje van vorig schooljaar:

Juul zijn fossiel van een haaientand

zelfgemaakte fossielen in gips

Terug naar dit schooljaar:

Als het geen fossielen zijn wat in ons lichaam zit, hoe heet het dan wel? 

Het is ons skelet! zeggen Maaike en Alexander.

De kleuters willen op Ona's omtrek ook een skelet tekenen. We zoeken een voorbeeld van een menselijk skelet op de computer en tekenen het na in de omtrek. 

 Botten zijn wit, dus verven we ze daarna ook in het wit.

Zita heeft ook een boek mee. Het gaat over een ander deel van ons lichaam. Bij haar gaat het over de longen. Daarmee ademen we, weet Zita. Op de foto zien we ook het hart tussen de longen. Er zit ook een maag in ons lichaam, weten enkele kleuters. Waarvoor dient die? In de maag wordt ons eten vermaald. En ons hart? Dat zorgt dat wij kunnen leven, want als ons hart niet klopt, zijn we dood, zegt Ella. Al deze dingen noemen we onze organen. 

Om goed te zien hoe organen er echt uit zien gaan we op bezoek bij de beenhouder. Hij toont ons de organen van een varken. Deze organen zijn ongeveer even groot als bij een volwassen mens, vertelt hij. 

Wist je dat: het hart van een varken geïmplanteerd kan worden bij mensen die een slecht/ ziek hart hebben?!

hier zien we het hart, de longen en de lever van het varken.

In de koelkast zien we ook een groot stuk vlees hangen met nog botten in. We raden van welk dier het is. Een hond? Een paard? Nee, het is een varken. Die kopen de mensen om ribbetjes te eten.

Anna, Marie's zus heeft een leuk boek over het lichaam. Ze komt ons vertellen over de organen, de spieren en de hersens. ze heeft ook een leuk werkje afgedrukt waarbij de kleuters een plaaster mogen versieren.

We leren dat onze spieren zorgen voor de bewegingen die we kunnen doen: lopen, tekenen, tillen,... en nog veel meer bewegingen. Logisch, als je weet dat er meer dan 600 spieren in ons lichaam zitten!
Er zijn spieren die we ook heel vaak gebruiken als we gewoon stilzitten: onze gezichtsspieren!  Vaak zonder dat we het weten. Dankzij 30 spieren in ons gezicht kunnen we zien hoe iemand zich voelt. We noemen dat gelaatsuitdrukkingen.

boze Ella

bange Solara

blije Nel

verdrietige Maaike

In de kleihoek worden de gezichtjes met klei gemaakt. De oudste kleuters proberen een gevoel te leggen in hun kleigezicht.

Per twee werken de kleuters mee aan de onderzoekstafel om wat we geleerd hebben over het lichaam in ons onderzoeksboek neer te schrijven.

De kleuters praten in de kring over wat ze kunnen met hun spieren. Ze tonen hoe dikke spieren ze hebben. Als ze toch allemaal zo'n dikke spieren hebben, zullen ze dat toch eerst eens moeten bewijzen!

Marie maakt een brug, dat kan ze door haar armspieren en beenspieren te gebruiken. Ik voel het in mijn armen, zegt ze. 

De andere kleuters willen dat ook wel eens proberen. We gaan naar de turnzaal om enkele oefeningen te doen.

Fien van leefgroep 4 denkt aan muurtje zitten. Zo trainen we onze dijbenen.

buikspieroefeningen

wedstrijdje hurkzitten. Aaaaaw dat brandt!

Alexander leert de kleuters een gezelschapsspel waar de kleuters hun wei moeten vullen met groentjes en dan hun dier zo snel mogelijk op hun wei moeten proberen krijgen.

Ella heeft leren veters binden. In de gevoelsronde vertelt ze ons dat ze blij is dat ze dat zelf kan. Ze wil het graag enkele kleuters leren. Er wordt dus geoefend op veters binden. eerst op een kaartje met veters. Daarna met schoenen.