Leefgroep 2A

Heel wat kleuters brengen deze week spullen mee voor ons 'meetonderzoek'. Door al dat materiaal dat mee gebracht wordt komen we te weten dat we heel wat meer kunnen meten dan enkel onze lengte!
Arent brengt een rolmeter mee. Hoe lang is die? willen de kleuters weten. 300, zegt Arent.300? Is dat dan 300 slangen, 300 kleine touwtjes,...?

We checken de lengte van de rolmeter

We rollen de meter volledig uit. (Opgepast, niet laten schieten, snijgevaar!!) We zien inderdaad dat er 300 staat. We nemen er de meter van Rosalie bij. Daar staat 100 op, en dat is 1 meter. Ah, dan is "300" 3 meter, weet Simon.

Nel toont driehoeken om mee te meten. " Daar meet mama mee als ze een werkje maakt" zegt ze. Ze heeft ook een lintmeter: "daar meet mama mee als ze een rokje maakt voor Flo of voor mij". zegt ze. Ze toont hoe dat dan in zijn werk gaat. Met de lintmeter kunnen we inderdaad onze 'maten' meten door de omtrek van ons lichaam op verschillende plaatsen te meten.

Oscar is 89 cm. dat is kleiner dan Rosalies meetlat.

We willen weten wie de grootste en kleinste leerling van onze school is. We gaan eerst naar Nathalie, want daar zal onze kleinste zitten. We meten de kleintjes door ze rug tegen rug te laten staan, want zo kunnen we meten zonder een echt meetinstrument. Als we dan onze kleinste gevonden hebben meten we hem. Oscar, Ida's kleine broer, is de kleinste van de school met 89 cm.

Voor de grootste gaan we naar Jo's klas. We horen al snel van de grote kinderen dat Zeno daar de grootste is. We meten hem. Zeno is 1m65. Daarna gaan we naar de kinderen van Nele en vragen wie daar de grootste is, dat is Rune. We meten hem ook. Hij is 1m60, dus Zeno is de grootste!

Dan de juffen. De kleuters denken dat Trui, Sonja of Annelies de grootste is. We meten weer op dezelfde manier: rug tegen rug. Onze eigen juf is de grootste. 1m76. De kleinste juf is Nele, met haar 1m59.

Ook Zita brengt een ander soort meetinstrument mee: een weegschaal. De kleuters reageren: "hé, daar kan je niet mee meten."

Zita twijfelt even, maar zegt dan dat dat wel zo is, je weet hoeveel je weegt. Dat is ook meten!

We bespreken hoe we de weegschaal moeten gebruiken. Enkele kleuters weten dat je je schoenen moet uit doen. Ook je kleren moeten uit, zeggen enkele kleuters. (het zal wel zijn, elke halve kilo minder telt!;)

We spreken af dat we in de klas wel onze kleren aan houden. Ella, Zita en Ida gaan wegen en opschrijven hoeveel ze wegen.

Wat gek, Zita weegt nu meer dan deze ochtend toen ze er de eerste keer op ging staan.

Hoe komt dat?

Omdat je eet en drinkt en als dat in je lijf zit weeg je meer!

We meten niet enkel lengtes en gewicht. Simon heeft iets heel speciaals mee. Hij heeft een apparaat mee waarmee hij het licht kan meten! Waw zeg, dat wisten we niet, dat we ook licht kunnen meten! We merken terwijl Simon meet, dat de cijfers op het apparaat steeds veranderen. Hoe komt dat? Omdat het niet overal even licht/ donker is. Vb als we het meetstuk laten zakken naar de grond, is het getal lager dan wanneer we het hoger houden. Logisch, want boven ons, aan het plafond, hangt het licht.

Enkele kleuters houden zich bezig met de onderzoeksvraag van Arent: hoe lang/ hoog is 36 meter (zoals het standbeeld van de chinese Zedong) Omdat het weer niet toelaat om op de speelplaats te gaan meten (want onze klas is echt wel te klein om 36 meter te meten!) proberen we het op een andere manier. We hebben een lange bol touw. Met de meetlat van 1 meter gaan we stukken touw meten en knippen. Hoeveel hebben we er nodig? 36 stukken! Nu nog een manier zoeken om de 36 '1 meter-touwtjes' terug aan elkaar te hangen. Knoopjes maken? Nee, dat kan niet, zeggen Ward en Nel, want dan is het touwtje geen meter meer, en dan klopt het niet...

Holly brengt een leuk boek mee dat past bij ons meetonderzoek. Daarin staan diersoorten, hoogste gebouwen, grootste watervallen,... van de hele wereld in en worden ze vergeleken met elkaar op grootte/hoogte. Dat geeft ons een beter beeld om te snappen hoe hoog het Chinees standbeeld is.

Hier zien we een dino van 18 meter. We zien dat hij groter is dan een groot huis. 2 zo'n dino's op elkaar is de hoogte van het standbeeld!

En zie je daar tussen het huis en de voorpoot van de dino dat mannetje? Dat is een volwassen man, iets groter dan Annelies. In vergelijking met het standbeeld zijn wij dus maar heel klein!

Om onszelf te meten maken we een 'vieze-varkentjes meter. We meten onszelf op onze eigen meter en schrijven er onze naam bij.

Kijk eens goed naar Arent zijn hemdje! Dat is met dezelfde cijfertjes als op onze rolmeter en lintmeter.

Lilya heeft deze week haar ideetje van de week mee. Ze leert de kleuters met rietjes een bellenblaas maken.

We vieren deze week ook weer feest. Ward is jarig. Hij werd op donderdag 6 jaar.

Hij stelt zijn museum voor en vrijdag eten we ijsjes en dansen we op zijn Samson feest CD.

Verder in de hoekjes:

opperste concentratie in de spelletjeshoek

gekke bekken trekken met Ella's spelletje.

hoge, lage, brede, smalle,... bouwwerkjes in de bouwhoek

Hallo allemaal!! Hier zijn we weer, terug van (even) weg geweest. En we hebben er een nieuw vriendje bij in de klas. Dit is Mirko. Mirko praat met ons in de kring, maakt gekke grapjes en de kleuters vonden hem meteen leuk!

Holly vertelde in de kring dat haar handen gegroeid waren, en dat ze haar handen leuker vond toen ze klein waren. Het goede nieuws voor Holly was, ook al zijn haar handen gegroeid, ze zijn nog altijd klein ten opzichte van enkele andere handen. Ze vergeleek de grootte van haar hand met Ward en met mij. Haar handen waren de kleinste. Andere kleuters vonden het ook wel leuk om te kijken wie grote/ kleinere handen dan zij zelf hadden.

We tekenen onze handen en knippen ze uit, ook zo kunnen we makkelijk zien welke handen de grootste zijn en welk de kleinste. We merkten iets op: sommige kinderen die groter zijn dan andere, hebben niet per sé ook grotere handen.

Arent brengt de dag erna een artikel mee over een standbeeld in China van 36 meter hoog. Amai, dat is zo groot als de droomboom, denken enkele kleuters. Maar is dat wel zo?? Hoe kunnen we er achter komen hoe hoog 36 meter is? We kunnen het meten, weten Arent en Ward. Ward haalt er de vouwmeter bij van de timmertafel. Ella weet dat ze bij Rosalie in de klas latten hebben om te meten, maar dan grote.

We denken na hoe we 36 meter kunnen meten. Want we denken niet dat er zo lange latten zijn. Nu we erover bezig zijn, zijn de kleuters ook wel geïnteresseerd wie de grootste en kleinste van onze klas is. dus gingen we aan het meten. Wit je dat we onszelf kunnen meten met 'ons zelf'? gewoon voeten plat, hoge hakken( lees:pantoffels) uit en rug tegen rug gaan staan.

onze grootste en kleinste van de klas

Bij het meten zien we dat Lilya ongeveer even lang is als de meetlat van Rosalies klas. Ook Ida en Luciany zijn ongeveer zo groot al de meetlat. We leren dat de meetlat 1 meter is.

Jule en Nel zijn nieuwsgierig hoe groot Oskaar is. Ze meten. Oskaar is veel groter dan 1 meter, maar kleiner dan 2 meter (dat zijn twee meetlatten boven elkaar)

We willen ook graag volgende dingen weten:
- Wie is het grootste en kleinste kind van onze school? We zullen daarvoor bij Nathalie moeten zijn en bij Jo en Nele, vermoeden we.
- Wie is de grootste en de kleinste juf?
- We gaan met kleuters meten hoe groot het standbeeld echt is (36m)
- Hoe hoog is de grootste kraan?

Na de atelierdag werkten we aan IZW'tjes in de klas en werden er nog enkele talentjes ingeoefend. Ook Holly's ideetje van de week, een gezelschapsspelletjes werd gespeeld.

We oefenen ook op het schrijven van cijfer met de oudste kleuters, omdat die heel vaak fout geschreven worden. Op een oefenblad tonen pijltjes aan wat de juiste schrijfwijze van de cijfers is. Dat wordt ingeoefend. Daarna testen we met een oefening rond meten (groter en kleiner) of we die cijfers nu ook zelfstandig juist kunnen schrijven: